Blog #1
Bewegen is de eerste taal van een kind …
In deze blog wil ik je meenemen wat er achter het gedrag zit dat je bij een kind in de klas of thuis kan zien. Ik wil je graag bewust maken dat bepaald gedrag geen onwil is, het is letterlijk niet mogelijk voor een kind om dit tegen te houden. Het is namelijk een automatische beweging, een primair reflex.
Lijf en brein zijn één! Beweging ontwikkelt de hersenen. Een reflex beweegt het lijf, waardoor het brein ontwikkelt. Zonder beweging maakt ons brein geen nieuwe verbindingen. Dit is het fundament, de basis waar het leven start. Je kan je talenten pas optimaal benutten als het fundament goed is.
Schrijven, lezen, rekenen, kunnen stilzitten en een goede concentratie vragen om een goede rijping van het zenuwstelsel. Die rijping van het zenuwstelsel gebeurt helaas niet vanzelf. Kinderen moeten hier veel bewegingservaringen voor opdoen.
Door te weinig bewegingservaringen ontstaan er vaak uitdagingen bij leren, gedrag, motoriek en zintuiglijke waarneming. Als een kind bewegingen heeft die ongecoördineerd zijn of wanneer het kind een slechte balans heeft of niet in staat is om bewegingen te remmen, beperkt dit de lichaamsbeheersing en het leerpotentieel.
Om stil te kunnen zitten heb je een heel goede balans en
lichaamsbeheersing nodig. Leer een kind daarom eerst
goed te bewegen, voordat je het vraagt om stil te zitten!
Proprioceptie
Wanneer je een kind vraagt ‘wees eens rustig’, ‘zit eens stil’, dan ga je ervan uit dat het weet hoe het zijn lichaam moet houden om stil te zijn of te zitten. Dit vraagt lichaamsbesef van een kind, ofwel proprioceptie.
Door goed te leren bewegen, leert het kind zijn lichaam ontdekken. Lichaamsbesef wordt niet gecreëerd door stil te zitten. Lichaamsbesef wordt vergroot door te bewegen. Door een goed lichaamsbesef kan het kind beter de connectie met zijn eigen lichaam maken. Hierdoor kan het ook beter de signalen herkennen die zijn of haar lichaam geeft. Een kind loopt regelmatig tegen iets of iemand aan (waardoor ruzies kunnen ontstaan). Vaak wordt er gedacht dat een kind wat onhandig is. Dit is de oorzaak van de proprioceptie. Het kind heeft geen idee waar zijn arm, been, hand, voet aan zijn lichaam zit.
Waarom is het belangrijk dat je lichaamsbesef goed is?
Hoe kan je rekenen als je niet weet wat boven/onder, voor/achter, links/rechts is, als je niet weet waar je bent in de ruimte: proprioceptie.
MORO-reflex
Ook wel bekend als de schrikreflex. Het kind wil vechten of vluchten, omdat het denkt dat er gevaar is. Een paar jaar geleden had ik in groep 5 een kind in de klas die precies wist wat er in de klas gebeurde, een zeer korte concentratieboog. Ik kwam erachter dat bij elk geluid of elke beweging zijn MORO werd geactiveerd.
Zichtbaar bij het kind:
- staat constant aan.
- snel boos zijn (fight modus); vaak ruzie.
- snel afgeleid zijn.
- evenwichtsproblemen hebben.
- niet even stil op twee benen kunnen staan (altijd ergens tegenaan hangen).
- afkeer voor harde geluiden.
- emotioneel en sociaal onvolwassen.
- hyperactiviteit.
- onbehoorlijk of impulsief gedrag.
- kans op bijnieruitputting, wat kan leiden tot allergieën en astma.
Waarom is het noodzakelijk dat de MORO-reflex geïntegreerd is?
Hoe wil je je concentreren als je elke wiebelt op je stoel, hoe wil je je richten op de juf als je elke keer moet kijken of er geen gevaar is omdat je iets ziet bewegen of een geluid hoort…
Enkele voorbeelden
Het kan bijna niet anders of je herkent de volgende voorbeelden uit jouw klas of omgeving.
Een kind dat:
- veel met handen of voeten tikt.
- heel dicht bij je komt staan (space-invader).
- niet stil kan zitten, vaak van de stoel valt.
- verkeerde pengreep heeft.
- potlood hard of zacht op het papier drukt.
- bijzondere motoriek heeft, bijv. (tenen)lopen.
- gevoelig is voor etiketjes in kleding.
- vaak plast.
- een hekel heeft aan strakke kleding in de taille.
- veel friemelt.
- benen achter de stoelpoten klemt.
- benen veel languit strekt.
- armen onder de tafel klemt.
- op de stoel wipt.
- middellijn niet kan kruisen (houdt blad of schrift aan een kant van het lijf).
- op tenen loopt.
- hoofd vaak met arm ondersteunt.
- tong uitsteekt of heeft bewegingen met mond maakt tijdens knippen, kleuren.
- slecht oogcontact maakt.
- onderuit gezakt zitten/zwakke spiertonus heeft.
- overal op kauwt: kleding, potlood.
Je ziet vaak symptomen die gerelateerd kunnen worden aan ADHD, autisme, OCD, dyslexie. Maar het onderliggende probleem is actieve reflexen.
Vaak wordt er bij problemen op school ingezet op logopedie, fysiotherapie, motorische therapie. Dit helpt deels, maar als de therapie stopt, is er vaak snel een terugval. Dit noem ik oefenen op zolder. Je kan blijven oefenen, maar als de basis niet in orde is… dan zal het nooit volledig helpen.
Reflexen zijn de basis van alles. Ofwel, back to basic om de reflexen te integreren. Het fundament is belangrijk – fundament voor talent. Reflexintegratie is werken vanuit de basis. Terug naar waar de problemen ontstaan zijn, namelijk bewegen. Bewegen zorgt ervoor dat er nieuwe verbindingen in de hersenen ontstaan, dat de paadjes tussen beide hersenhelften snelwegen worden.
Steeds vaker spelen kinderen meer binnen, spelen ze vaker op een spelcomputer. Kinderen hebben de beweging nodig om te kunnen groeien en ontwikkelen. Immers: Beweging is de basis voor groei!
Het is heel belangrijk dat leerkrachten weten wat nog actieve reflexen met hun leerlingen doet. Waarom leerlingen eerst moeten leren om goed te bewegen voordat ze stil kunnen zitten en optimaal tot leren kunnen komen.
Ik hoop dat ik jullie meer bewust heb gemaakt van wat er onder leer- en gedragsproblemen kan zitten. Hebben jullie nog vragen? Op zoek naar meer voorbeelden? Willen jullie meer weten over reflexen? Neem gerust contact met me op!